Onlangs ben ik geslaagd voor het examen kattengedragstherapie en daar ben ik stiekem best een beetje trots op. Met name het laatste jaar is best pittig naast een fulltimebaan. Hoe frustrerend is het dan als men lachend vraagt: “Dus nu ben je kattenfluisteraar?” of “Kun je daar ook al examen in doen” of kortweg “Katten?!” met een gezicht alsof ze zojuist met hun blote voet in de smeuïge uitwerpselen van de betreffende diersoort hebben getrapt.
Goed, er is dus een opleiding waarbij een groep van ca. 25 volwassenen hele dagen in de schoolbanken zit. Ze luisteren aandachtig naar een docent die uitlegt hoe je als een ware detective te werk moet gaan. De eigenaar heeft immers niet gezien hoe poeslief die smeuïge drol net in de looproute heeft gedeponeerd. Nee, de eigenaar kijkt sowieso weinig naar de kat. De eigenaar wéét wel waarom die drol daar ligt te dampen: de kat is boos. De kat is boos omdat de eigenaar te laat thuiskwam of omdat de kat zijn eten te laat heeft gekregen of omdat de kat gezien heeft dat je de vakantie voor volgend jaar geboekt hebt!
Een kattengedragstherapeut pakt het anders aan. Die wil veel meer weten: plast de kat nog wel op de bak en waar staat die (ervan uitgaande dat er binnen een bak ís. Zie hiervoor mijn andere blog ). Hoe oud is de kat? Wanneer zijn jullie voor het laatst bij de dierenarts geweest? Is er nog ander gedrag van de kat veranderd? Wordt er meer of minder gegeten en geslapen? Zijn er krabsporen zichtbaar alsof de kat geprobeerd heeft het te begraven enzovoort. De gedragstherapeut analyseert welke motivationele factoren in dít geval van toepassing zijn. Misschien was de kat onderweg naar de bak, zag dat schreeuwende kind wat altijd aan haar staart trekt op haar pad en koos voor een alternatieve plek om zich te ontlasten. Het analyseren van probleemgedrag is altijd maatwerk.
Enkele onderwerpen waar ik me de afgelopen jaren mee vermaakt heb zijn: domesticatie, medische oorzaken van probleemgedrag, ethologie (over het natuurlijke gedrag van de kat), de ontwikkeling en socialisatie van de kat, het scoren van gedrag, gedragstesten, ethogrammen (lijst met objectieve, waardevrije beschrijvingen van kattengedrag wat gebruikt wordt voor observaties bij wetenschappelijk onderzoek), lichaamstaal, soorteigen gedrag, leerprincipes, motivationele factoren en uiteraard therapiemethoden en ondersteunende medicatie. Hoe goed de opleiding ook is, je wordt er geen dierenarts door dus medicatie zal altijd in overleg met de dierenarts gegeven worden. Het kost een paar centen en wat tijd maar dan heb je ook aardig wat kennis opgedaan!
Tip 1: Wacht niet te lang met het inschakelen van een gedragstherapeut. Hoe langer probleemgedrag bestaat, hoe langer het duurt om het op te lossen. Zoek via bovengenoemde opleidingen wel naar iemand met een diploma of iemand die in het afstudeerjaar zit (lekker goedkoop!). Kattengedragstherapeut of kattengedragsdeskundige is helaas geen beschermde titel.
Tip 2: Een absolute aanrader, eigenlijk een must voor elke kattenbediende: één les over kattengedrag. Eén lesje maar. Je krijgt gegarandeerd een andere kijk op je lieveling. Tinley academie verzorgt een dergelijke les op 30 januari en 6 maart in Veenendaal en de Martin Gaus academie in Lelystad. De data hiervan zijn nog niet bekend. Een waarschuwing is wel op z’n plaats: de opleiding is verslavend. Voor je het weet zijn we collega’s!