Ben en George spelen de hoofdrol in het waargebeurde verhaal Mijn Vriend Ben door Julia Romp.
Kat Ben en autistische jongen George zijn geen uitzondering. Dat blijkt uit mijn afstudeeronderzoek voor de opleiding gedragstherapeut voor katten aan de Tinley academie.
Uit gesprekken met het gezin Jansen (gefingeerde naam) blijkt dat hun zoontje met ASS (Autisme Spectrum Stoornis) 18 uur per dag schreeuwde. In een impuls haalde de moeder een kitten uit het asiel in huis. De kat kwam meteen naar het jochie toe en het kind vond de kat ook leuk. Toen hij zag dat de kat zijn geschreeuw niet fijn vond, is hij veel minder gaan schreeuwen.
Bij de familie Pieters (gefingeerde naam) pakt het meisje met ASS de kat soms stevig onder de arm en neemt hem mee naar boven, waar ze met hem onder de dekens kruipt met een boek uit de serie ‘Warrior Cats’. De kat laat dit alleen bij haar toe. Bij anderen worstelt ze altijd om los te komen.
Het gezin De Jong (gefingeerde naam) nam een bouvier in huis om deze op te leiden tot autismegeleidehond. Al snel bleek dat de kat die rol eigenlijk al had. De hond heeft geleerd spel te initiëren maar het meisje met ASS reageert hier niet op als ze depressief is.
Ze zegt: ‘De hond komt bij me omdat hij het geleerd heeft maar de kat komt bij me omdat ze dat zelf wil’.
Helaas verdwijnen niet alle problemen van autistische kinderen door een kat in huis te nemen. Was het maar waar! Zo onderzocht ik ook gezinnen die zowel een hond als een kat hebben. In het ene gezin voelde een kind zich meer aangetrokken tot de hond, in het andere gezin meer tot de kat. Onderzoek heeft aangetoond dat kinderen met ASS meestal de voorkeur geven aan dieren met een zachte vacht die ze op kunnen pakken en die geen harde geluiden maken. Sommigen wilden het dier het liefst op een voorspelbare plaats hebben zoals in een hok of kooi. Ook is bekend dat het accepteren van de kat zoals ‘ie' is, een goede relatie voorspelt. Het blijft echter allemaal theorie. Het voorspelt niet of jouw kind (met of zonder ASS) een klik heeft met een dier en zo ja, met welk dier. En als je kind gek is op katten, wil dat nog niet zeggen dat er een klik is met èlke kat. De kat Ben uit het boek is een tijd zoek geweest. Het was absoluut geen optie voor George om dan maar een andere kat te halen. Ben was zijn vríend . De enige manier om erachter te komen of een dier klikt met jouw kind, is om op een rustig tijdstip een bezoekje te brengen aan een asiel of andere opvang.
Kinderen met ASS hebben moeite met sociale communicatie eninteractie. Heeft dit invloed op de omgang met de huiskat?
Uit mijn onderzoek, onder acht gezinnen met minimaal één kat, één kind met een mildevorm van ASS en één kind zonder ASS, blijkt dat de relatie tussen de katen beide kinderen gelijk is. De kat benaderde beide kinderen even vaak met destaart omhoog, een teken dat de kat vriendelijke bedoelingen heeft en openstaat voor contact. Ook reageerde de kat hetzelfde op toenaderingspogingen doorbeide kinderen.
Autisme is niet te genezen, onbegrip gelukkig wel.
Het valt wel op dat de liefde van twee kanten moetkomen. Als de kat contact zoekt en het kind aait de kat, dan laat de kat zichook aaien als het kind dat wil. Het maakt hierbij niet uit of het kind wel ofgeen ASS heeft. Ook speelt kennis en ervaring een rol. Kinderen (met of zonderASS) die geleerd hebben hoe ze met katten om moeten gaan (zoals rustig benaderen en eerst laten ruiken aan je hand), hebben een betere relatie met hun kat. Oftewel:
Autisme is niet te genezen, onbegrip gelukkig wel. Laat dat nu net het thema van dit jaar zijn voor de autismeweek!
Er zijn al heel wat (Engelstalige) ervaringen beschrevenover de relatie tussen een kind met ASS en een kat:
Naast het vertaalde boek ‘Mijn vriend Ben’, ken ik alleen de Nederlandstalige fotoboeken Alle katten hebben Asperger en Alle katten hebben Autisme.. De acht gezinnen waarik welkom was, zijn natuurlijk niet genoeg voor wetenschappelijke analyse. Tochben ik er van overtuigd dat persoonlijke ervaringen met kinderen met ASS en hun kat heel waardevol zijn.